010NURSE interview:
Laura Karels

Vanuit 010NURSE zetten we regelmatig een Rotterdamse verpleegkundige in het zonnetje. Dit jaar doen we dat met een serie interviews. Voor dit interview spraken we met Laura Karels.

Vanuit 010NURSE zetten we regelmatig een Rotterdamse verpleegkundige in het zonnetje. Dit jaar doen we dat met een serie interviews. Voor dit interview spraken we met Laura Karels.

Ik stel mij graag aan je voor!

Ik ben Laura Karels, 48 jaar en moeder van drie jongvolwassen kinderen. Als kind wilde ik verpleegkundige, juf of politieagente worden. Nadat ik van de havo werd gestuurd, heb ik de opleiding tot doktersassistente gevolgd. Daarna ben ik doorgegaan met de opleiding tot verpleegkundige. Sinds 1998 ben ik werkzaam in het Maasstad Ziekenhuis, destijds het St. Clara ziekenhuis, dus ik ben behoorlijk honkvast! Inmiddels werk ik al bijna 28 jaar in het Maasstad Ziekenhuis. Twee dagen per week werk ik als Coördinator Avond-, Nacht- en Weekendzorg (CANZ), de andere drie dagen geef ik les in verpleegkunde op Zadkine. Hier leid ik toekomstige verzorgenden IG-ers en verpleegkundigen op. De combinatie van deze twee banen vind ik ideaal.

Wat doe je precies als CANZ?

Als alle teamleiders naar huis of vrij zijn, komt de Coördinator Avond-, Nacht- en Weekendzorg (CANZ) om de zorg in het ziekenhuis te coördineren. Als eerste breng ik de beschikbare capaciteit in kaart. Daarnaast zorg ik voor een vlotte doorstroom van patiënten die opgenomen moeten worden via de spoedeisende hulp, het observatorium of een polikliniek. Vervolgens loop ik een ronde langs alle afdelingen binnen het ziekenhuis om te zien hoe de werkdruk is. Als ik zie of van een afdeling hoor dat de zorgzwaarte hoog is en ze aangeven extra hulp te kunnen gebruiken, bel ik de ‘vlinder’. Een ‘vlinder’ is een verpleegkundige die we in kunnen zetten om te helpen bij piekmomenten op een afdeling. Dit kan zijn als er bijvoorbeeld onverwacht zieken zijn in een team of als er een instabiele patiënt is. Deze vlinders kunnen we overal in het Maasstad inzetten waar extra capaciteit nodig is.

Daarnaast heb ik geregeld situaties die ervoor zorgen dat ik creatief moet denken om tot een oplossing te komen, zoals het uitvallen van het bellensysteem, onwel wordingen in de centrale hal, reanimaties, et cetera. In het begin vond ik die verantwoordelijkheid best spannend. Wat hielp, is dat ik heb geleerd dat ik als CANZ vooral goed moet weten welke wegen ik kan bewandelen om een probleem op te lossen. Ik hoef niet alles te weten, maar ik moet wel weten wie ik moet benaderen als er iets is. Als de stroom uitvalt, moet ik bijvoorbeeld snel schakelen met de technische dienst. Het is niet de bedoeling dat ik zelf precies weet hoe ik de stroom weer aan kan krijgen. Daar heb ik mijn collega’s voor! Inmiddels doe ik dit werk 6 jaar en weet ik precies bij wie ik moet zijn als er iets opgelost moet worden. Ik vind mijn werk als CANZ ontzettend leuk; het is altijd interessant en uitdagend. Als CANZ ondersteunen we ook bij verpleegtechnische handelingen en als collega verpleegkundigen bijvoorbeeld te maken hebben met agressie. We hebben korte lijntjes met de beveiliging.

Je werkt ook drie dagen als docent bij Zadkine. Waarom heb je besloten om het onderwijs in te gaan?

Vier jaar geleden vroeg een collega me om in het onderwijs te komen werken. Tijdens mijn werk op de afdeling vond ik het al leuk om studenten te begeleiden en hen het vak aan te leren, omdat ik het beroep verpleegkundige nog steeds een heel mooi en dynamisch beroep vind. Het is voor mij belangrijk om een docent te zijn die kan vertellen over actuele zaken die spelen in de zorg. Daarom hoop ik ook dat deze combinatie van werk goed blijft werken. Het is makkelijk om de theorie te koppelen aan recente praktijkvoorbeelden. Wat ik ook leuk vind, is om niveau 3-studenten mee te nemen naar het ziekenhuis en ze te enthousiasmeren om niveau 4 te gaan doen.

Wat vind jij het mooiste aan jouw werk als verpleegkundige (in 010)?

Het mooiste aan mijn werk in Rotterdam, en dan in het bijzonder het Maasstad Ziekenhuis, vind ik dat je met een grote diversiteit aan patiënten te maken hebt. Je ziet veel mensen uit Rotterdam-Zuid, maar ook vanuit omliggende gemeenten en van de eilanden. Dit komt omdat we een groot topklinisch ziekenhuis zijn. Het zorgt voor een grote variëteit aan patiënten, en dat vind ik het leukst. Als CANZ kom ik met veel zorgvragers in aanraking en heb ik soms ook echt de tijd voor een praatje. Ook kom je juist op momenten dat het wat minder gaat, zoals bij onrust, agressie of wanneer een patiënt
snel slechter wordt. Het is dan belangrijk om in alle situaties de verbinding met mensen te blijven zoeken. De interactie met verschillende mensen in verschillende omstandigheden maakt mijn werk zo leuk en uitdagend.

“De interactie met verschillende mensen in verschillende omstandigheden maakt mijn werk zo leuk en uitdagend.”

Van wie heb jij zelf ooit een belangrijk brokje wijsheid gekregen voor in de praktijk?

Wat ik in mijn werk heel belangrijk vind, is dat ieder mens gezien wordt. Je weet nooit wat iemand heeft meegemaakt, en dat maakt vaak wie iemand is — of dat nu een patiënt is of een collega. Soms is gedrag lastig of niet prettig, maar achter dat gedrag zit altijd een mens. Als je je dat blijft realiseren, kun je mensen blijven behandelen met respect en warmte, zoals je zelf ook graag behandeld zou willen worden.

Ieder mens is uniek en verdient compassie. Ik probeer dit bijna dagelijks mee te geven, ook op school aan mijn studenten. Als je het goed hebt, is dat natuurlijk fijn, maar het is ook belangrijk om te beseffen dat er soms maar iets kleins in iemands leven hoeft te gebeuren waardoor iemand zomaar aan de “andere kant” kan belanden. Het kan ons allemaal gebeuren. We hebben ook het geluk dat wij in Nederland geboren zijn, want niet overal in de wereld is het veilig of hebben mensen het goed.

Mijn vader was politieagent in Crooswijk en hij heeft mij altijd meegegeven dat het belangrijk is compassie en begrip voor elkaar te hebben. Hij wees mij geregeld op de uitspraak van Erasmus op de gevel van de Rotterdamse bibliotheek: “Heel de wereld is mijn vaderland”.

Welk brokje wijsheid wil jij delen met andere (Rotterdamse) verpleegkundigen?

Alle mensen zijn mensen, zelfs als ze anders zijn dan jij. Probeer mensen vooral te begrijpen en heb niet teveel oordeel over een ander. Als je bijvoorbeeld in de koffiekamer oppikt dat iemand de patiënt van kamer 5 “een verschrikkelijk mens” noemt, dan hoeft dat niet jouw mening over die persoon te zijn. Laat wat je hebt gehoord los en ga neutraal de kamer in. Vorm je eigen gedachten en mening. Het oordeel van een ander hoeft niet jouw oordeel te zijn. Misschien vind jij deze patiënt juist heel erg aardig. Benader mensen zonder oordeel, met compassie en probeer om de ander te begrijpen. Je hoeft niet zoveel van iemand te vinden om goed voor iemand te kunnen zorgen. Wij zijn zorgverleners, en wij doen ons werk. Wie je voor je hebt, maakt in principe niet uit.

Welke vraag wil jij graag stellen aan de volgende verpleegkundige die wij interviewen?

“Op welke manier betrek jij mantelzorgers zodat zij een belangrijke rol kunnen spelen in het herstelproces van de patiënt, zonder dat ze zichzelf voorbijlopen?”

Is er een patiënt of situatie die je altijd is bijgebleven? Wat maakte dat moment zo bijzonder?

Toen ik in het ziekenhuis rondliep, kwam ik een patiënte tegen die weer opgenomen was. Deze mevrouw had ik tijdens een eerdere opname op de afdeling verpleegd. Ze gaf me een beeldje van een engeltje en zei: “Dit wilde ik aan je geven als ik je weer zag, om je te bedanken. Jij was zo lief voor mij. Toen ik ’s nachts bij jou op de afdeling lag, kwam je altijd even bij me zitten en legde je me alles uit, ook als ik het voor de derde keer vroeg.” Kleine dingen die voor een patiënt van grote waarde kunnen zijn.

Waar ik me op dat moment weer bewust van werd, is dat de kleine dingen die je doet voor mensen die ziek zijn, echt impact kunnen hebben. Even de tijd nemen om bij iemand te gaan zitten voor een praatje, een tosti maken of iemand een beker warme melk geven voor het slapen. Dit zijn de kleine dingen waar je eigenlijk niet bij stilstaat als je ‘gewoon’ je werk doet als verpleegkundige.

Leerlingen denken wel eens dat ze alleen het verschil voor patiënten maken door een complexe handeling uit te voeren of door iemand te reanimeren. Dat is ook zeker waar, maar alleen daarmee maak je niet het verschil voor hen.

Alle mensen zijn mensen, zelfs als ze anders zijn dan jij.

Meedoen met een 010NURSE interview?

Vanuit 010NURSE zetten we dit jaar regelmatig een Rotterdamse verpleegkundige in het zonnetje met een mooi interview op onze website en social media. Lijkt het jou ook leuk om hieraan mee te werken? Of heb jij een collega van wie je ontzettend veel hebt geleerd en die een podium verdient? Wij horen graag van je!

Voor meer informatie kun je contact met ons opnemen via het contactformulier

Download dit interview als magazine

Wil je dit interview nog eens rustig nalezen?
Dan kan je via deze link het magazine downloaden.

Scroll naar boven